“Rond 2012 begon ik te fotograferen, in eerste instantie in mijn directe omgeving om nieuwe onderwerpen voor beeldende kunst te vinden en later heeft de fotografie een steeds belangrijkere plaats in mijn leven gekregen als een op zichzelf staand medium. De onopvallende mij opvallende momenten tijdens mijn wandelingen door de omgeving spreken mij het meeste aan. Zelf noem ik het altijd maar een soort dagboek voor de ogen – een ode aan het na-academisch zelfstandig leren kijken. Ik vind het hierbij leuk om de plaats en jaartal te noemen; het versterkt het idee van een door het kijken “gevangen” moment. Het dagboek van een kijk’er“.